|
Het Nieuwsblad van het Noorden van 30 augustus 2000
Westerse dominantie in mediakunst is ten einde.
Veel politiek geëngageerde kunstenaars op World Wide Video Festival
door de kunstredactie
De mediakunst in China, Korea, India en Latijns-Amerika beleeft momenteel zo'n grote bloei dat de jarenlange dominantie van West-Europa en de Verenigde Staten definitief is doorbroken. Bij de presentatie van de achttiende editie van het World Wide Video Festival maakte directeur Tom van Vliet gisteren in Amsterdam bekend dat het dit jaar voor het eerst mogelijk bleek op grote schaal niet-westerse producties te tonen. Het festival duurt van 13 september tot en met 15 oktober en omvat een programma met ruim honderd uur mediakunst uit de hele wereld op negen locaties in de hoofdstad.
Op de tentoonstelling World Wide Media Art zijn installaties uit onder meer China, India, Brazilië en Zuid-Afrika te zien. De Indiase kunstenares Nalini Malani vertoont voor het eerst buiten Azië de installatie die zij in het Fukuoka Asian Art Museum ontwikkelde in samenwerking met de Japanse Butho-danser Nobuo Harada. Geïnspireerd door het toneelstuk van Heiner Müller stelt zij in haar Hamletmachine met drie wandprojecties en een vloerprojectie op een laag zout de 'verrechtsing van politiek en cultuur' aan de kaak zoals die zich onder meer manifesteert onder Hindoefundamentalisten in haar vaderland. Tegelijkertijd rijden in Japan op zondag zwarte autobussen met marsmuziek en oorlogsvlaggen door de straten en trappen Duitse neo-nazi's zonder zweem van berouw buitenlanders dood.
Politieke betrokkenheid spreekt ook uit het werk van de Chinees Wang Jian Wei, die in zijn nieuwe installatie Screen: Screen de schrijnende verschillen laat zien die het nieuwe China in zijn moderniseringsdrift creëert. Hij is een van de naar schatting honderd mediakunstenaars die op dit moment in China actief zijn en hun werk meestal niet in het openbaar kunnen vertonen omdat het sociaal en politiek zo gevoelig ligt.
Engagement
Maar ook opvallend veel andere deelnemers aan het festival maken politiek geëngageerd werk. Dat zal onder meer blijken uit de zogenoemde single-screenproducties (video of cd-rom op één televisiescherm of computermonitor) van Breda Beban, Goran Radovanovic en Dan Oki, die alle drie hun wortels hebben in het voormalige Joegoslavië. Hun werk vertoont sporen van een land dat is verscheurd door oorlog en wanhoop. Sebastián Díaz Morales, Gabriela Golder en Claudia Aravena Abu-Ghosh, opgegroeid onder de dictatoriale regimes van Argentinië en Chili, wisselen in hun werk autobiografische geschiedschrijvingen af met bespiegelingen over selectief en collectief geheugenverlies.
Het World Wide Video Festival besteedt ook dit jaar uitgebreid aandacht aan interdisciplinaire mediakunst waarvoor beeldend kunstenaars samenwerken met componisten en DJ's. Het Nederlandse kunstenaarscollectief Planetart ontwikkelde voor het festival een 200.000 Volts Trash Lab. Achter deze titel gaat een 'immobiele-audio-visual-noise-installatie' schuil waarin dagelijks ook live optredens plaatshebben. Een van de hoogtepunten van het festival wordt The Wake - History is a Nightmare from which I am trying to wake up van het Deense kunstenaarsduo Christian Lemmerz en Michael Kvium. Gïnspireerd op Finnegans Wake van James Joyce wordt hun acht uur durende digitale film tussen zonsondergang en zonsopgang begeleid door een live concert van tien internationale DJ's.
Nalini Malani
Wang Jian Wei
Planetart
Christian Lemmerz & Michael Kwium
|
|