A R C H I E F2 0 0 0  
.18home
  Planetart200,000 Volts Trash Lab –
immobile audiovisual-noise-installation
  Nederland 2000
installatie & performances
 
Planetart, gevestigd in de provinciestad Hengelo vlakbij de Duitse grens, is een van Nederlands meest interessante kunstenaarsinitiatieven. Het is dynamisch, energiek en heeft een goed oog voor jong, vaak ongeschoold talent en de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van media, beeld en geluid – en alle mogelijke combinaties daarvan. Bovendien presenteert het op bijzondere plekken werk en projecten die elders nog niet aan bod komen. Planetart is een pionier. In 1995, toen het verschijnsel vj net bestond en nog door vrijwel niemand met beeldende kunst in verband werd gebracht, kwam het met vj-programma's en mixte het mangatapes met werk van andere kunstenaars. Vervolgens werd gezocht naar spannende locaties buiten. In 1996 organiseerde Planetart 'The gods must be crazy', een groots mediaspektakel in de openbare ruimte, met projecties in en op een 13de-eeuwse kerk. In 1999 presenteerde het de eerste uitgebreide tentoonstelling van internetkunst in Nederland. Jonge en oude, prille en rijpe kunstenaars, denkers en doeners uit binnen- en buitenland traden op bij Planetart en ontmoetten elkaar.

Videokunstenaar Kees de Groot (44), die behalve oprichter van Planetart de motor en aanjager is van de meeste interdisciplinaire projecten, tentoonstellingen, audio- en cd releases, het cybercafé en de vele activiteiten op het internet, ziet absoluut geen crisis in de beeldende kunst, zoals sommige kunstpessimisten maar blijven beweren. Integendeel. Wat hem betreft bruist het juist van de interessante activiteiten en initiatieven – als je tenminste de juiste kant opkijkt. Graffiti, noise, Love Parades en Gay Parades zijn wat hem betreft vitale kunstvormen met een grote K. Planetart is dol op experimenten, een 'do-it-yourself' houding en productieve vormen van chaos en anarchie. Op aandacht en waardering van musea of andere kunstinstituten zit De Groot echt niet te wachten. Liever organiseert hij projecten als 'Hardcore-Cyber-Punk-Multimedia-Night', 'Exploding Digita', 'No School Graffiti' en 'Real Audio 99' bij Planetart zelf of op het drukst bezochte uitgaansplein van de binnenstad, op lokale muziekpodia, op een vuilverbranding of op de vele postindustriële locaties die de omgeving rond Hengelo rijk is: een verlaten fabriek of een fin de siècle-badhuis dat het licht van projecties zo fraai reflecteert. Geïnteresseerden komen vanzelf wel bij hem terecht. Bovendien boort hij zo meer verschillende soorten publiek aan. Die houding blijkt vruchtbaar. In Hengelo en omgeving krijgt Planetart veel voor elkaar en ook sponsoring en projectsubsidies komen over het algemeen wel los. De belangstelling in het buitenland voor Planetart is groeiende; op korte termijn vertrekt De Groot richting Dubrovnik en Korea.

Ineke Schwartz: Waarom opereert een vernieuwend initiatief als Planetart juist in een uithoek als Enschede? Heb je nooit de behoefte om te verhuizen naar een grotere stad?
Kees de Groot: Ik hou van pionieren. Deze buurt had geen netwerk van actuele hedendaagse beeldende kunst, maar er was wel een bedding voor. In Hengelo woonde en werkte een interessante groep kunstenaars die net als ik na de academie was blijven hangen, maar geen podium had. Het was een uitdaging zoiets op poten te zetten. In 1983 studeerde ik af aan de Academie voor Kunst en Industriële vormgeving (aki) in het nabijgelegen Enschede als een van de eerste videokunstenaars. Toen organiseerde ik overigens al kunstfeesten in mijn atelier. Begin jaren negentig had ik het met de videokunst wel gezien, de uitdaging was eraf. Dus doopte ik mijn atelier om tot een maandelijks kunstcafé, een combinatie van ontmoeting, 'happenings' en nachtclub. Dat is Planetart in feite nog steeds, uitgebreid met jaarlijks een of meer grote manifestaties en projecten in de openbare ruimte. Dat op dat moment sprake was van een stimulerend klimaat, speelde ook een rol. Er was net een landelijk overleg van kunstenaarsinitiatieven gestart en een eigen podium, het blad htv de IJsberg, opgericht. Mijn belangrijkste uitgangspunt was dat ik verrast wilde worden, als kunstenaar en als bezoeker. Ik wil kunst beleven als avontuur, zonder museale drempels, en een nieuw publiek bereiken buiten de groep die toch al in kunst en jongerencultuur geïnteresseerd was.
En vergis je niet met die benaming provincieplaats. Het zo langzamerhand tot een grote stad aan elkaar klonterende conglomeraat Almelo-Hengelo-Enschede bestaat uit een kwart miljoen Nederlanders, en het groeit alsmaar aan. De economische 'boost' is hier ook aanwezig, met alle gevolgen van dien. En steden als Osnabrück en Munster zijn dichtbij.
Wat doet Planetart tijdens World Wide Video Festival 2000?
We presenteren een combinatie van live optredens door kunstenaars die met beeld en geluid werken en live mixende vj's, met onder meer Arno Coenen en René Bosma en jonge vj's van de aki, die nieuwe apparatuur combineren met Amiga's uit de jaren 70. De groep fckn'bstrds ('fucking bastards') komt met 'de eerste bionische muziekcomputer', een combinatie van noise met theatrale performance en objecten. Zij creëren een soort 'environment', die elke keer weer anders is. Wijzelf slaan mogelijk ook aan het improviseren; het hoort bij Planetart om altijd een beetje het wiel opnieuw uit te vinden. Verder presenteer ik weer internetkunst, maar dan andere dan de vorige keer. Toen had Peter Luining een groep werken bijeengebracht van meer gevestigde kunstenaars als jodi, Blank & Jeron, het Ascii Art Ensemble. Dat is de meer klassieke internetkunst, terwijl er allang sprake is van een nieuwe generatie. Die willen we nu naar voren brengen.
De vernieuwende kunst waar Planetart mee pionierde, zoals vj's, media- en Internetkunst, is inmiddels gemeengoed geworden in de kunstwereld. Geen museale opening of er moet een vj bij. Hoe gaat het verder met Planetart?
Ik geloof sterk in nieuwe netwerken van jonge 'self made' kunstenaars zoals Mark van Elburg met wie ik veel werk. Die is een spin in een groot, ondergronds web van enorm actieve mensen die van alles doen en maken: tekeningen, boekjes, bladen, performances, muziek, geluidskunst, noise. Vaak zijn ze autodidact en aangenaam onbevangen en vernieuwend. De fckn'bstrds zijn een paar van dat soort kunstenaars. Hun muziek is enigszins vergelijkbaar met die van de Japanner Merzbow. Ze maken eigenlijk geen songs meer maar sfeergeluid, een muur van lawaai - meer een ervaring, en die is behoorlijk fysiek. Het is volledig abstract en volkomen onvoorspelbaar van wendingen. Momenteel geldt deze muziek nog als iets voor fijnproevers en wordt ze ondergewaardeerd. Maar ik ben ervan overtuigd dat noise over een paar jaar in de top 40 staat, dat het zich ontwikkelt als indertijd de house. Steeds meer kunstenaars gaan die kant op, Speedy J bijvoorbeeld maakt ook sfeergeluid.
Waar liggen de uitdagingen nu?
We gaan naar kunst als totaalavontuur: dat wil zeggen dat je de deur opendoet en overspoeld wordt door een totaalervaring, een 'Gesamtkunstwerk' dat door een aantal kunstenaars samen gemaakt is. In Nederland gaat Eboman de goede kant op, zijn werk is heel geraffineerd, al is het nog niet echt abstract.
Je treedt op als kunst- en cultuurmakelaar, die binnen Planetart kunstenaars kansen geeft en bijeen brengt. Werk je zelf nog als kunstenaar?
Ik maak af en toe een installatie. Het blijft een prachtige uitdaging om dingen te creëren en mezelf en publiek te verrassen. Daarbij wind me op over het culturele verval van dit moment. We beleven een enorme economische opleving maar ondertussen zit 99% van de bevolking als consumerend materialist voor de buis naar rotzooi te kijken. Dat maakt cultuur des te belangrijker. Het is de taak van kunstenaars om te ageren, zaken te signaleren en de maatschappij een spiegel voor te houden. Daar gaat mijn werk tenminste over. Ik maak me druk om de volkomen onverschilligheid van een kleine groep welvarenden ten opzichte van de rest van de wereld. Het aanklagen van fout gedrag van bijvoorbeeld multinationals is vandaag de dag actueler dan ooit.
Je bent kritisch, maar staat wel open voor jongerencultuur en allerlei elementen uit de meer populaire visuele cultuur. Ben je niet bang dat kunst zo entertainment wordt en haar kritische vermogen verliest?
Dat er steeds meer mogelijkheden komen voor een grote en relatief goedkope verspreiding kan de positie van kunst ten goede komen. Binnen digitale netwerken kan een bijna geruisloze vermenging van culturen plaatsvinden. En ik geloof heilig in de vrijheid, de onvoorspelbaarheid en de ongrijpbaarheid van de kunstenaar. Ik ben niet zo bang voor te veel entertainment en te weinig inhoud. Het is juist goed dat mensen op andere plekken dan in het museum met kunst geconfronteerd worden, op straat en terwijl ze een biertje drinken op een terras.
Je noemt jezelf en Planetart geëngageerd?
Ja, maar we zijn ook ambivalent. We ageren tegen overproductie en –consumptie maar zijn tegelijkertijd gefascineerd door ict en 'state-of-the-art' techniek. Het culturele verval van de westerse maatschappij heeft behalve nare kanten ook opwindende en esthetische. Een verzameling keyboards, kabels, binnenkanten van computermonitors en speakers kan net zo mooi zijn als welk modernistisch meesterwerk dan ook... tegelijk ordening en chaos, een fantastisch gebied om te exploreren. We zien het tegemoet met een gezond wantrouwen en een goede dosis gekte. Zoals de impressionisten zochten naar een andere ervaring van de werkelijkheid, creëren wij in het cybertijdperk van het jaar 2000 daarmee een ervaring. – Ineke Schwartz
Planetart
Wonen en werken in Enschede

– Ineke Schwartz
Concept en samenstelling: Marc van Elburg, Kees de Groot
Realisatie, techniek: Bert Wilmink, Wilma Jurg, Mirjam van het Bolscher, Rene van Harte, Noud van galen, Frank Grevinga, Dimitri, Sjors Trimbach, Julian van Aalderen, Rob Warmink, Peter Kuining, Arno Coenen, René Bosma, Rob Coenen, Tommie de Roos, Willie Beckmans, Eboy, fckn'bstrds, Radboud Mens, Gnocci, Bas van Koolwijk, Riks.

Dit project is mede mogelijk gemaakt dankzij een speciale subsidie van het VSB-fonds en Eringa Media.

Top