S U P P O R T  
15 mei 2004
REAKTIE WORLD WIDE VIDEO FESTIVAL
OP ADVIES RAAD VOOR CULTUUR
INFO

Geachte mevrouw van der Laan,

Het WWVF is het volstrekt oneens met de argumentatie waarop de Raad z’n advies baseert om de structurele subsidie niet te continueren. Het door de Raad geformuleerde advies staat haaks op de adviezen die wij recentelijk en in de afgelopen jaren hebben ontvangen van andere commissies en staat ook in schril contrast met de reacties van publiek, pers en professionals op de recente edities van het festival. WWVF vraagt zich af wat de achtergrond is van het negatieve advies. De inhoudelijke kwaliteit van het festivalprogramma staat blijkbaar niet ter discussie. WWVF kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het stellen van andere prioriteiten op de achtergrond heeft gespeeld en dat daardoor sprake is geweest van een zekere vooringenomenheid.

Het WWVF wordt door de Raad in verband gebracht met grotere en veel zwaarder gesubsidieerde manifestaties als de Documenta en internationale kunstbiënnales. Dat is weliswaar vleiend, maar deze buitenlandse manifestaties voorzien niet in de behoefte waarin WWVF voorziet. Uniek aan WWVF is juist de combinatie van een tentoonstelling met videoscreenings, live performances, gesprekken met de kunstenaars en lezingen: een formule die binnen het reguliere kunstaanbod nauwelijks wordt toegepast.

Bij de beoordeling heeft de Raad vier overwegingen laten meespelen: de inhoudelijke en innovatieve betekenis van het WWVF, het publieksbereik, de status van de collectie en het archief, en de potentie van het 'merk' WWVF. De Raad miskent de betekenis van WWVF en de omvang van het publiek dat wij bereiken. De status van de collectie laat de Raad te zwaar wegen en wat over de merknaam wordt opgemerkt, is tegenstrijdig. Hieronder zal WWVF nader op de vier punten ingaan.

top

Punt 1: De inhoudelijke en innovatieve betekenis van het WWVF
Video en nieuwe media zijn geïncorporeerd in de reguliere presentaties van musea, instellingen en de openbare ruimte, constateert de Raad. Video is een van de belangrijkste kunstvormen van dit moment en het medium speelt een steeds grotere rol binnen andere kunstdisciplines. Toch wordt het belang van WWVF door de Raad gerelativeerd. De Raad noemt in dit verband de technologische ontwikkelingen die de 'wereldwijde uitwisseling' eenvoudiger zouden hebben gemaakt. Dit zou volgens de Raad de rol van WWVF als 'scout' relativeren.

Het is WWVF niet duidelijk op welke uitwisseling de Raad doelt. Bovendien is het onjuist te veronderstellen dat publiek en professionals de nieuwe tendensen in de videokunst nu wel vanzelf zouden weten te vinden. Daar speelt WWVF nu juist een rol in. Hier komt juist de artistieke uniciteit van het festival tot uitdrukking. WWVF was een van de eerste platforms die het belang van digitale (communicatie)technologie voor de ontwikkeling van de mediakunst (eigenschappen die tegenwoordig onder de algemene noemer eCultuur worden samengevat) onderkende en besteedt er uitgebreid aandacht aan binnen de programmering. WWVF houdt zich echter bezig met de effecten van de technologische ontwikkelingen op inhoudelijk en esthetisch niveau, en niet met de productietechnische aspecten van de mediakunst.

Voorts is in het beleidsplan van WWVF nergens sprake van de ambitie om louter als 'scout' te fungeren. WWVF noemt het 'signaleren van nieuwe tendensen' in haar beleidsplan als een van de kerntaken. Hiermee wordt bedoeld het thematisch programmeren en analyseren van actuele internationale ontwikkelingen, wat wel degelijk gebeurt binnen de festivalprogrammering. Wij vinden het van groot belang dat er onderzoek wordt gedaan, juist in een tijd waar mediakunst op meer plekken zichtbaar is, met name in die gebieden die door de reguliere kunstinstellingen nauwelijks worden belicht. De nieuwe ontwikkelingen van de mediakunst in de tweede en derde wereld worden door WWVF systematisch getoond (Zuid-Amerika, Afrika, China) en op de culturele agenda geplaatst. De presentaties in Nederland zijn een direct gevolg van eigen onderzoek op de betreffende locaties. Dit is een belangrijke en unieke functie van WWVF die door de Raad niet wordt onderkend. De ‘wereldwijde uitwisseling’ van ideeën vindt wel degelijk plaats, onder meer op het niveau van de interpersoonlijke contacten tussen kunstenaars, critici en publiek tijdens het festival en de daaruit volgende publicaties (website, catalogi).
WWVF wil verder benadrukken dat het niet zo is dat de evolutie van mediakunst zich alleen nog maar afspeelt op het virtuele vlak. Mediakunst in de fysieke (openbare) ruimte heeft een belangrijke functie.

In tegenstelling tot de bewering van de Raad heeft WWVF meer dan ooit tevoren in de afgelopen periode aandacht besteed aan analyse van actuele ontwikkelingen binnen de internationale mediakunst en van de inhoudelijke toelichting van het festivalprogramma. Analyse van de artistieke ontwikkelingen en reflectie vindt plaats:

  • door de thematische samenstelling van het programma;
  • het ‘meet-the-artist’ programmaonderdeel waarin kunstenaars, kunsthistorici en het publiek met elkaar praten over hun motieven;
  • de catalogus en de website. Voorbeelden: in 2001 het programma – Intangible Cartograhies / New Arab Video, een videoprogramma waaraan gekoppeld een meet-the-artist programma over de relatie tussen kunst, ideologie, politiek en maatschappij in het licht van de actuele situatie in het Midden-Oosten; Focus op Afrika; de overzichtstentoonstelling; en het thema fictie/non-fictie in 2003. Er waren 4 moderatoren werkzaam om het ‘meet-the-artist’ programma te coördineren/ presenteren/ modereren. In 2003 de uitverkochte lezingen van Walid Ra'ad (Libanon), Marina Abramovic (Nederland/Servië) en Eder Santos (Brazilië).

Binnen de programmering van WWVF is er volgens de Raad te weinig aandacht voor hybride vormen en interdisciplinariteit. Ten eerste vraagt WWVF zich af waarop de Raad deze constatering baseert. Immers, de interdisciplinaire samenwerking tussen de beeldende kunst en andere disciplines is een belangrijk inhoudelijk uitgangspunt van het WWVF en neemt een zichtbare plaats in binnen de festivalprogrammering ondanks het advies van de Raad in 2000. In reactie op het beleidsplan 2001-2004 van WWVF waarin de aandacht voor interdisciplinaire producties (met een nadruk op mediakunst-performances) genoemd wordt als onderdeel van de aanvullende prioriteiten ten behoeve van de voorgenomen vernieuwing van het festivalprogramma, noemde de Raad 'de aanvullende prioriteiten (…) niet opportuun.' Wat de Raad WWVF kan verwijten is dat we er desondanks toch aandacht aan hebben besteed. Voorbeelden zijn het groots opgezette 3-daagse RGB programmaonderdeel over de cross-over tussen mediakunst, clubcultuur en elektronische muziek, de interdisciplinaire productie The Wake in 2000 en Hamlet Machine in 2003. Interdisciplinaire projecten van enige betekenis zijn bijzonder kostbaar, maar werden desondanks gerealiseerd en gefinancierd dankzij bijdragen van andere subsidiënten en sponsors.

top

Punt 2: Publieksbereik
De bezoekcijfers van het WWVF worden in een verkeerd perspectief geplaatst. De laatste editie van het WWVF trok volle zalen voor videopresentaties. In totaal 12.000 bezoekers in 2003: hoge bezoekcijfers voor een relatief moeilijke kunstvorm. Bezoekers die vele uren doorbrengen in de vertoning- en tentoonstellingszalen en de World Wide Media Lounge. De bezoekers werden slechts één keer geteld bij het bezoeken van de tentoonstelling, en niet per bezochte voorstelling/performance zoals bijvoorbeeld gebruikelijk is bij filmfestivals. Voorts is er door de Raad geen rekening gehouden met de veranderde omstandigheden zoals het wegvallen van het Stedelijk Museum als festivallocatie. De aantrekkelijke combinatie van het Stedelijk en WWVF zorgde voor een tijdelijke explosie van de bezoekersaantallen, wat mede een gevolg was van de veel langere tentoonstellingsperiode die mogelijk was doordat het festival plaatsvond in een museum. Iedere bezoeker aan het museum was ook festivalbezoeker. Wij hebben de Raad hierover uitgebreid geïnformeerd onder meer in het monitorengesprek maar het schijnt maar niet te willen doordringen.

Dat WWVF de rol van bemiddelaar niet zou waarmaken, is aantoonbaar onjuist. Om maar een greep te doen: het team van Documenta XI, waaronder curator Mark Nash, heeft zich uitgebreid georiënteerd bij de festivalorganisatie en verschillende edities van het festival bezocht. De spin-off van het festival is te zien doordat WWVF een springplank is voor de (inter)nationale carrière van veel kunstenaars. Het feit dat meer dan de helft van de geselecteerde kunstenaars hun eigen vliegticket betalen om het festival te kunnen bezoeken, geeft aan hoe belangrijk de functie van het festival is voor de kunstenaars. Veel werken die op het festival in première gaan, worden daarna elders vertoond. De ‘spin-off’ van het festival is zichtbaar op mondiaal niveau. Programmaonderdelen waren recentelijk te zien in Zuid-Afrika, Brazilië, Peru, Zuid-Korea, en meerdere Europese landen. Dat ook binnen Nederland wordt opgelet, blijkt uit de recente solotentoonstelling van de Koreaans-Amerikaanse kunstenaar Seoungho Cho in het Nederlands Instituut voor Mediakunst. Cho’s werk werd in 1994 voor het eerst en vervolgens jaarlijks op het WWVF getoond. Sebastián Díaz Morales kreeg een soloprogramma op het festival in 2003 en vervolgens een solo in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam.

top

Punt 3: De collectie
WWVF is van mening dat de Raad de status van de ‘collectie’ bij zijn beoordeling veel te zwaar laat wegen. Ten eerste heeft de ‘collectie’ geen prioriteit gekregen omdat WWVF zich heeft geconcentreerd op haar kernactiviteit: het organiseren van een mediakunstfestival. Ten tweede willen we hier nogmaals de complexiteit van collectie/archief aangeven. De collectie/archief bestaat voor een groot deel uit achtergelaten werk, voor intern gebruik, niet voor exploitatie. Op auteursrechtelijke gronden kan de ‘collectie’ niet afgestoten, openbaar, laat staan geëxploiteerd worden. Er zijn mogelijkheden om het archief/collectie te activeren, echter hier is tijd en geld voor nodig. Stopzetten van de subsidie lost dit probleem niet op.

top

Punt 4: De merknaam WWVF
Het vierde en laatste punt is een reactie op het standpunt dat de Raad inneemt met betrekking tot de waarde van de opgebouwde naam van WWVF. De naam ‘World Wide Video Festival’ wordt door de Raad losgekoppeld van het ‘product’ World Wide Video Festival. Maar als het ‘product’ WWVF door de jaren heen niet aantrekkelijk of waardevol was geweest dan had de ‘naam’ WWVF nu ook geen waarde gehad. De opgebouwde waarde en het succes van WWVF als merknaam is een direct gevolg van de inhoudelijke visie en het functioneren van de organisatie.

top

Conclusie
Uit het advies blijkt een zekere vooringenomenheid. Het WWVF is van mening dat de argumenten van de Raad niet zijn gebaseerd op de feitelijke situatie. Nederland verdient een internationaal mediakunstfestival dat onafhankelijk opereert en zich niet beperkt tot het volgen van de ontwikkeling van de mediakunst in de westerse wereld. Als het advies door het Ministerie wordt gevolgd, verliest het World Wide Video Festival zijn hoofdsubsidiënt, hetgeen een kettingreactie teweeg zal brengen. Het aanvankelijk positieve advies van de Amsterdamse Kunstraad aan het College van B&W van de gemeente Amsterdam is op basis van het advies van de Raad omgezet in een negatief advies, met als argumentatie dat zonder rijkssubsidie het WWVF niet kan voortbestaan. Het WWVF is in staat gebleken om substantiële bedragen te genereren van nationale en internationale sponsors en private fondsen. Deze fondsenwerving wordt onmogelijk als de basis voor het festival, de bijdragen van het Rijk en de Gemeente Amsterdam, wegvallen. Stopzetting van rijkssubsidie betekent dat de 21e editie van World Wide Video Festival, die op 10 juni 2004 van start gaat, de laatste zal zijn.
Op basis van de hierboven genoemde argumenten doet WWVF een dringend verzoek aan de staatssecretaris om het advies te negeren en de structurele subsidie aan WWVF te continueren op het gevraagde niveau.

Met vriendelijke groet,


Martijn Sanders (voorzitter),
Tom van Vliet (directeur)






SUPPORT!
Lees de reakties van publiek, kunstenaars en professionals op het advies van de Raad van Cultuur om de financiële steun voor WWVF te stoppen

9 april 2004
De Raad voor Cultuur adviseert negatief over WWVF

1 november 2004
Zes argumenten om het advies van de Raad voor Cultuur niet te volgen