A R C H I E F1 9 9 9  
17e
  Michal Rovner
Overhanging
  USA/Israël 1999
installatie
 
Johan Pijnappel: Oorlogstaferelen zijn eeuwenlang onderwerp geweest voor schilderijen en trokken veel publiek bij reizende panorama's aan het eind van de 19de eeuw. Hoewel oorlog in de 20ste eeuw minder prominent figureert in de moderne kunst, heeft die wel een vaste plek in jouw werk. Wat hebben kunst en oorlog voor jou gemeen?
Michal Rovner: Uiteindelijk zijn vernietiging en schepping alleen maar de tegenovergestelde uiteinden van dezelfde schaal.
JP: De geschiedenis van de jonge staat Israël is geheel overschaduwd door oorlog. Je bent zelf geboren in 1957, in Tel Aviv, en hebt als jonge vrouw ook twee jaar dienstlicht moeten vervullen. Heeft dit je kijk op het leven beïnvloed?
MR: Tja, m'n moeder heeft me zelfs verteld dat er oorlog was toen ze van mij in verwachting was. Dat moet wel van invloed op me zijn geweest, omdat het zo'n extreme situatie was met heel sterke emoties, maar ik ben door zoveel dingen beïnvloed. Ik vind eigenlijk niet dat mijn werk over oorlog gaat.
JP: Het gezin speelt een belangrijke rol in Israël. In 1988 ben je naar New York verhuisd, waar de concurrentie in de kunstwereld groot is. Hoe kijk je nu tegen die ontworteling aan, tegen het buiten je eigen context zijn?
MR: Hoezo context? Je kunt op dezelfde plek blijven en toch buiten de context vallen en je kunt ver weg zijn en toch binnen de context vallen. Er zijn altijd meerdere contexten gelijktijdig aan de orde.
JP: In 1991 volgde je de oorlog op CNN. Aan de ene kant was je erg ongerust over de situatie thuis in Israël. Aan de andere kant was je gefascineerd door het feit dat alles zo ver weg leek en er zo fraai uitzag. Je hebt Polaroidfoto's genomen van het beeldscherm. Hoe heb je de kloof ervaren tussen wat je wist en wat je zag?
MR: Het was alsof er werkelijkheden verschoven in een vreemde tijdsoverlapping.
JP: Als video- en filmmaker en fotograaf maak je gebruik van technieken als computertechnologie, video, fotografie, druk en schilderen om iets te zeggen over 'la condition humaine'. Je grootste foto's lijken sterk op schilderijen. Op welke manier veranderen de nieuwe media onze manier van kijken? In hoeverre kunnen film en video een ongrijpbare realiteit vastleggen?
MR: Gelukkig, maar ook jammer genoeg, kunnen videocamera's de werkelijkheid niet grijpen. Toch is het zo dat de werkelijkheid het opgenomen materiaal beïnvloed.
JP: Dit jaar heeft het World Wide Video Festival je gevraagd een nieuw werk te maken voor de Nieuwe Vleugel van het Stedelijk Museum. Op de eerste videoschetsen voor deze installatie zijn weer vogels te zien. In eerdere werken als 'Border' en 'Mutual Interest', beide vertoond p het 15de World Wide Video Festival , gebruik je vogels op verschillende manieren om angst en onthechting uit te drukken. Nu worden er op het festival werken getoond uit wel 25 verschillende landen. Denk je dat er een algemeen bewustzijn is bij het publiek dat je internationaal kunt aanspreken om je jezelf als kunstenaar uit te drukken?
MR: Ik hou me niet zo bezig met hoe dingen in verschillende culturen worden geïnterpreteerd. Ik ben op zoek naar iets anders, iets achter die verschuivende krachten, iets wat veel meer ambigue is.
JP: In Oost-Berlijn heeft Christian Boltanski bij een opdracht op verschillende hoogtes van de restanten van de Muur letterlijk de naambordjes bevestigd van de mensen die daar woonden toen Berlijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd gebombardeerd. In je voorstel voor de installatie in het Stedelijk zeg je dat de beelden niet-specifiek zijn, niet-letterlijk. Het zou overal kunnen zijn. Anderzijds, zoals in het geluid, hou je je heel sterk bezig met de fysieke locatie, in dit geval de begane grond van de Sandberg-vleugel van het Stedelijk Museum. In hoeverre beschouw je deze installatie en je kunst als locatiegebonden?
MR: Er is altijd sprake van een wisselwerking tussen het werk en de locatie, zelfs al zou je dat willen negeren. Bij dit werk hou ik sterk rekening met de architecturale structuur en met het feit dat het 's avonds te zien is, en in Amsterdam.
JP: Het World Wide Video Festival experimenteert met hoe nieuwe media tot hun recht kunnen komen buiten de context van het museum. Het voormalige kantoor in Den Haag functioneerde overdag als een kantoor met videosculpturen en 's avonds kon het schouwburgpubliek videoprojecties zien. Hoe stel je je deze nieuwe installatie voor op de 'grens' tussen museum en straat?
MR: Ik zie het als een uitdaging om mij ruimte in jouw ruimte te plaatsen. In mijn ruimte kan elk moment iets gebeuren, in jouw onbedreigende en onbedreigde stad. Het is spannend om met twee zulke verschillende emotionele seismografen te werken.
- Johan Pijnappel

Geluid: Rea Mochiach
Montage: Dan Itzhaki, Avi Bello, Quentin Olszenski, Vico Shaarabani
Architectuuradviezen: Effi Wizen
Ondersteuning: Lotan Comunications, Yoram Altman, Gravity Post Production

Michal Rovner ° 1957, Tel Aviv (Israël)
Lives and works in New York (USA)

Top