A R C H I E F1 9 9 9  
17e
  Ebru Özseçen
The Bitter Chocolate Love
  Nederland/Turkije 1999
installatie
 
Ik zocht Ebru Özseçen op in de montagestudio en we gingen naar buiten om koffie te drinken en te lunchen op het terras van een Amsterdams café. In de studio had ik al een indruk gekregen van het visuele materiaal dat ze in haar installatie gaat gebruiken. Ons gesprek begon met een beschrijving door Ebru Özseçen van wat er straks in de ruimte van het Melkweg-restaurant te zien zal zijn en hoe de beelden die ik zojuist had gezien daarin pasten.
Ebru Özseçen: De installatie bestaat uit 36 monitoren die door het hele restaurant worden geïnstalleerd en opgehangen. Ze worden zo opgesteld dat ze verschillende kanten op kijken zodat mensen die aan een tafeltje zitten of aan de bar, maar ook mensen die voorbijlopen, de beelden kunnen zien. Op de monitoren zijn willekeurige beelden te zien van het maken van gebak, om precies te zijn: van het maken van twee gebaksvormen uit het assortiment.
Carla Hoekendijk: Waar heb je dit materiaal opgenomen?
EO: Ik heb een week lang opnames gemaakt bij Pompadour, een Amsterdamse banketbakker. De man wiens handen je ziet, is een echte vakman, gespecialiseerd in het maken van dit soort gebak en chocolade. Hij is een perfectionist die 20 uur per dag werkt. Dat is belangrijk voor mij, dat hij zo'n hartstocht voor z'n werk heeft. Hij leeft ervoor, om deze 'vruchtbare' vormen te maken en je ziet hoe hij het gebak opbouwt.
CH: Toch zijn het geen documentaire beelden.
EO: De beelden zijn close-ups, details van de bewegingen waarmee hij het deeg bewerkt, laag voor laag de vormen opbouwt, tot de vorm af is. Als je de eindvorm ziet, voel je dat die lagen erin zitten en de beelden brengen je van de vorm weer naar de details. Het uitvergroten en het feit dat alles in slowmotion is, maakt de beelden een beetje geheimzinnig. Ze hebben ook een speciaal soort zachtheid. De beelden moeten aantrekkelijk zijn, ze moeten de aandacht trekken, de bezoeker verleiden. Er zit geen geluid bij, maar tijdens het kijken kun je zelf het geluid in gedachten erbij horen.
CH: Je hebt het over hartstocht, bezetenheid, verleiding. Zijn dat belangrijke elementen in je werk?
EO: Voor mij zijn het begrippen die met het dagelijks leven te maken hebben, die het dagelijks leven bijzonder maken. Alle belangrijke zaken hebben met hartstocht te maken. Dat is niet iets concreets, het is meer zo dat hartstocht in je leven alle gewone dingen een extra onderlaag geeft. Dat heeft z'n invloed op hoe je dingen ervaart. Zo til je je ervaringen boven het gewone uit en krijgen ze een andere kwaliteit, worden ze sensueel. Over sensuele beelden kun je minder zeggen, je kunt ze beter ondergaan.
CH: Je hebt een opleiding tot architect gehad, en nu maak je video-installaties.
EO: Inderdaad, en die opleiding is heel belangrijk voor me geweest, maar ik ben in de eerste plaats kunstenaar en ik zoek naar de beste manier om dingen die ik ervaar om te zetten naar een innerlijke beleving. Op het ogenblik werk ik aan m'n beeldarchief dat ik n de laatste twee jaar heb aangelegd. Het is een verzameling van beelden die me aantrekken. Ik heb een soort verzameldrift. Ik verzamel gelijksoortige vormen en hun verschillende transformaties. In mijn werk gaat het altijd over vorm en bepaalde vormen intrigeren me. Je kan wel zeggen dat deze beelden over gebak gaan, maar het hadden net zo goed bloemen kunnen zijn, of gevels van gebouwen. Het zijn herkenbare vormen, maar je ziet ze nu op een andere plaats. Door details uit te vergroten en de beelden te herscheppen, ontstaat een andere relatie tussen de beweging en de vorm. Het gaat dus eerder om het architectureren dan om het construeren van vormen. Voor mij heeft dat te maken met het volgende: als je voor een gebouw staat, voel je aan dat er een achterkant en een dak is, ook al zie je die niet. Je voelt ook aan dat er een interieur is. En juist omdat je het niet ziet, kun je erover fantaseren. Zo is er ook een relatie tussen de vormen en ruimten om je heen en je eigen innerlijke ruimte, je psyche. De beelden die ik laat zien, zitten daar tussenin, als een overgang tussen een vorm en je eigen innerlijk. Ik probeer dan ook naar iets te verwijzen zonder het te zeggen, je iets te laten ervaren zonder het te laten zien. Ik hou ervan om daartussen te balanceren. Het is net als met de deeglagen in het gebak: je weet dat ze er zijn, je voelt ze aan en je weet dat de vorm zo is vanwege die deeglagen. De binnenkant is noodzakelijk voor de buitenkant, maar wordt nooit benoemd. Er wordt alleen naar verwezen door de poëzie van een beeld. Deze relatie tussen buiten en binnen, dit aanvoelen dat er meer is, heeft ook te maken met m'n religieuze opvattingen.
CH: Liefde en religie zijn persoonlijke onderwerpen, die met persoonlijke beleving te maken hebben. Jij bent een Turkse vrouw.
EO: De vormen waarmee ik werk verwijzen naar veel onderwerpen, maar niet naar die aspecten. M'n werk gaat over heel gewone dingen. Aangezien ik degene ben die de beelden verzamelt, bestaat er een verband tussen de beelden en de onderwerpen. Mij wordt vaak gevraagd of m'n werk feministisch is, of specifiek Turks, maar voor mij speelt dat helemaal geen rol. Ik zie mezelf als een mens die communiceert met anderen en werkt met universele en vaak interdisciplinaire onderwerpen. Natuurlijk hebben alle vormen met geslacht te maken, en dus speelt geslacht een rol bij het kijken. Je kunt nu eenmaal niets maken zonder ofwel mannelijke ofwel vrouwelijke vormen te gebruiken.
CH: In 1998 heb je een installatie gemaakt met de titel 'Kitchen Fantasies'. Een ander werk heet 'Jelly' en dan is er nog de 'Sugar Chandelier'. Welke rol speelt eten in je werk?
EO: Eten is voor mij verbonden met verlangen. Het is sensueel, alledaags, maar ook hartstocht. Dat ene werk begon ermee dat ik in Londen in een winkel een prachtige kroonluchter zag. Daarvan heb ik een foto gemaakt, een tweedimensionaal beeld om die vorm te kunnen onthouden. Twee jaar later heb ik m'n eigen kroonluchter gemaakt. Het is een soort constructie die nooit heeft bestaan; een fantasie, een mogelijkheid die werkelijkheid werd omdat ik mijn herinnering omzette in die suiker-versie. Zo breng je iets van buitenaf in je eigen innerlijke ruimte, je eigen geest, en weer terug in de wereld. Het is een soort proces van spijsvertering.
– Carla Hoekendijk
Met: Escu Gabriëls
Productie: World Wide Video Festival

Top