...Warhol heeft weliswaar z'n kunst gebaseerd op de alomtegenwoordigheid van kant-en-klaar producten, maar z'n sterkste werk heeft hij gemaakt door de ineenstorting van de ruilhandel dramatisch vorm te geven. In die gevallen werd het in serie geproduceerde beeld als drager van verlangen te kijk gezet in al z'n ontoereikendheid als het ging om de werkelijkheid van lijden en sterven.
– Thomas Crow (1)
De films van Andy Warhol uit de jaren zestig zijn vaak zowel in kritisch als historisch opzicht behandeld alsof ze los stonden van z'n bekendere schilder- en beeldhouwwerk uit dezelfde periode. Toch zijn er een aantal films die als portretten in formele zin de lang verbeide vergelijking oproepen met Warhols Pop Art schilderijen. Een van die filmische projecten is de Screen Tests (1964-1966), een reeks van vijfhonderd stomme zwart/wit-films die pas nu erkenning krijgen als een van zijn belangrijkere prestaties als portretkunstenaar. Dat geldt ook voor Outer and Inner Space (1965), een film waarin Warhol experimentele technologie en multi-screen structuren combineerde met het strakke kader van het traditionele modelzitten om zo een meervoudig film- en videoportret te maken van Edie Sedgwick. In deze film, die werd gemaakt midden in het decennium, in augustus 1965, is te zien hoe Warhol zich bezint op bepaalde formele en esthetische aspecten – betreffende media, meervoudig beeld, beroemdheid en portretkunst – waarmee hij zich eerder diepgaand had beziggehouden in z'n reeksen zeefdrukportretten van filmsterren uit het begin van de jaren zestig. De visuele overeenkomsten tussen deze doeken en Outer and Inner Space suggereren intrigerende verbanden tussen Warhols bekendste Pop Art schilderijen en z'n cinematografische verkenningen van portretkunst, performance en, later, meervoudige projecties. Tegelijkertijd geven emotionele scheurtjes in Sedgwicks optreden – die in menig opzicht het eigenlijke onderwerp van de film zijn – uitdrukking aan de metafysische en psychologische problematiek van de portretkunst met een gerichtheid die in Warhols schilderijen slechts onderhuids aan bod komt.
In Outer and Inner Space zien we Edie Sedgwick voor een grote monitor zitten waarop een eerder opgenomen band van haarzelf wordt afgespeeld. Sedgwick is zo neergezet dat haar hoofd ongeveer even groot is als haar videobeeld, terwijl haar gezicht binnen het kader van het beeldscherm valt. Aan de linkerzijde kijkt Sedgwicks videobeeld, en profil, naar rechts en iets omhoog alsof ze met iemand praat die hoger dan zij staat. Aan de rechterzijde zit de 'echte', de 'live' Edie in driekwart profiel en kijkt naar links, zich richtend tot iemand die links zit, buiten beeld van Warhols filmcamera. Deze opstelling heeft af en toe het effect alsof we Sedgwick zien praten met haar eigen beeld. Warhol maakte twee filmopnamen van de beide Sedgwicks (video en 'live') en projecteerde de films vervolgens naast elkaar, waardoor een viervoudig portret van zijn ster tot stand kwam. De 'uitwendige en inwendige ruimte' van de titel geeft aan welke metafysische confrontatie dit scenario oplevert: links maakt het helder glanzende videobeeld van Sedgwicks profiel een vlak glamourmasker dat bijna flauw is in z'n grafische eenvoud; rechts toont het gefilmde gezicht van de 'echte' Edie, in de schaduw van en expressief gemodelleerd door de gloed van haar eigen beeld op video, elk detail van haar steeds ongelukkiger wordende verschijning tijdens de beproeving die deze confrontatie met zichzelf op het televisiebeeld is. 'Uitwendig en inwendig' verwijst dus niet alleen naar de dichotomie tussen Sedgwicks uitwendige schoonheid en inwendige roerselen, zoals die zo duidelijk in dit dubbelportret geschetst wordt, maar beschrijft ook de twee zo verschillende mediawerelden van video/televisie en film.
In deze context bezien, is het veelzeggend dat Sedgwick niet zozeer zenuwachtig wordt door de filmcamera tegenover haar als wel door de bijna griezelige aanwezigheid van haar eigen eerder opgenomen beeld, dat vanaf de televisie achter haar meekijkt. Het lijkt er sterk op dat video – en wellicht ook televisie – de directe oorzaak van haar leed is. Het contrast tussen het vlakke en relatief uitdrukkingsloze van haar elektronische beeld en de subtiele fotografische schakeringen en innerlijke kwetsbaarheid die in haar filmbeeld worden vastgelegd, lijkt aan te geven dat video als portretmedium inherent tekort schiet. Evenzogoed leidt de genadeloze weergave op film van Sedgwicks ontreddering tot de gedachte dat video uiteindelijk het zachtere, minder onthullende medium is. Sedgwicks nood komt in laatste instantie rechtstreeks voort uit de daad van het portretteren: de spanning die ontstaat tussen de levende realiteit van een mens en het beeld waartoe die persoon wordt gereduceerd, en dat conflict moet zij in deze film letterlijk 'spelen', in real time. Outer and Inner Space was Warhols eerste film op twee schermen en tevens een zeer vroeg, zij het tamelijk uit de toon vallend voorbeeld van videokunst. Warhol kon dit experiment uitvoeren omdat het tijdschrift Tape Recording geregeld had dat hij voor een maand een hoogwaardige videocamera, recorder en monitor van Norelco te leen kreeg. In ruil daarvoor zou Warhol hun een exclusief interview geven waarin hij verslag zou doen van z'n ervaringen en het nieuwe medium zou promoten. In die maand nam Warhol minstens elf banden van een halfuur op met mensen van de Factory, waaronder de twee halfuurbanden met Sedgwick die hij voor Outer and Inner Space gebruikte. (2) In het interview in Tape Recording legde hij uit hoe enthousiast hij was over de mogelijkheid om video direct weer af te spelen en over het feit dat dat hem in staat stelde om dubbelportretten te maken door z'n modellen voor hun eigen beeld op de monitor te plaatsen. (3)
Dat het nieuwe medium video in staat was het beeld van z'n model te verveelvoudigen schijnt Warhol er zelfs toe te hebben geïnspireerd terug te keren naar de rasterachtige structuur van z'n schilderijen: de vorm van het tweeluik kan hem op het idee hebben gebracht om Sedgwicks beeld te verdubbelen door een tweede film op een tweede scherm toe te voegen, net zoals hij vaak z'n zeefdrukportretten verdubbelde of verviervoudigde door extra doeken of panelen toe te voegen. Eind 1965 was Warhol druk aan het experimenteren met het dubbel-schermformaat, met name in de multischermprojecties van z'n eigen films, die ook werden vertoond tijdens optredens van de Velvet Underground en de Exploding Plastic Inevitable in 1966. Zijn bekendste werken in dit uitgebouwde formaat zijn de dubbelscherm speelfilm Chelsea Girls (1966) en de 25 uur durende multi-beeldenfilm **** (Four Stars) (1967).
Tijdens de opnamen voor Outer and Inner Space experimenteerde Warhol met het medium video/TV door opzettelijk het scannen van Edie's beeld te verstoren in de eerste filmrol (links) en door te spelen met het rollen van het beeld op de videomonitor in de tweede filmrol (rechts). Hij zette zelfs aan het einde van de tweede filmrol de televisie uit. Het is opmerkelijk hoe deze experimenten laten zien dat Warhol intuïtief de unieke kenmerken van video aanvoelde, al enkele maanden vóór Nam June Paik z'n eerste videorecorder aanschafte en jaren voordat er werken als Vertical Roll (1972) van Joan Jonas ontstonden. Het af en toe 'instorten' van het videobeeld van Sedgwick als gevolg van Warhols ingrijpen doet denken aan het vervagen, vermengen en desintegreren van de zeefdrukbeelden in z'n portretschilderingen, en benadrukken op soortgelijke wijze de onbetrouwbare oppervlakkigheid van het massamedium-beeld in contrast met het menselijke aandeel van Sedgwicks real-time beproeving.
Tegen 1970 was Warhol gestopt met films maken en concentreerde hij zich volledig op video. Dit resulteerde in reclamespotjes, muziekvideo's en zelfs z'n eigen kabeltv-programma's in tijdschriftformule. Deze latere, aan tv gerelateerde producties laten zien hoe Warhol, als hij binnen een vercommercialiseerd elektronisch medium werkte, ervoor koos om de confronterende, formele esthetiek van de portretkunst te verruilen voor meer behagende formules als het beroemdheden-interview.
|
– Callie Angell
Overgenomen uit: Andy Warhol: 'Outer and Inner Space, New American Film & Video Series, 85, tentoonstellingsbrochure (New York: Whitney Museum of American Art ° 1998). Copyright 1998, Whitney Museum of American Art.
|
Andy Warhol ° 1928 – 1987
|
Noten
1. Thomas Crow, 'Saturday Diasters: Trace and reference in early Warhol' ° 1996, p. 51
2. Het experimentele 'slant-scan' Norelco-systeem dat Warhol gebruikte is inmiddels in onbruik geraakt, zodat z'n vroegste videobanden niet meer afspeelbaar zijn. De ironie wil dat deze film uit 1965 nu de best geconserveerde versie van z'n vroege videowerk is.
3. 'Pop goes the videotape: An underground Interview with Andy Warhol', Tape Recording 12 (september-oktober 1965), pp. 15-19
|
|